Floor Basten schrijft in haar redactioneel bij CO Times jrg. 4 – januari 2012 een bijdrage naar aanleiding van vijftig jaar paradigma (Kuhn):
“Het wordt blijkens de geschiedenis van de wetenschappen wel eens vergeten dat precies datgene wat gedeeld wordt een voorbeeld is en dus als lid van een grotere logische klasse naast andere, evenwaardige voorbeelden staat. Een paradigma wordt dan het negeren van de tegenvoorbeelden en het bewijs dat de rest het niet goed begrepen heeft. Soortgenoten worden niet als zodanig herkend, tot “ander” gemaakt (othering) en buitengesloten.”
Ik voeg daar aan toe: Dit is een mooi voorbeeld van een heel-heel paradox. Er bestaan, zoals je wellicht weet, twee soorten paradoxen. Deel-deel en heel-heel. Bij een deel-deel paradox vullen de delen elkaar aan tot één geheel, bijvoorbeeld man en vrouw. Man en vrouw zijn complementair, maar worden als tegengesteld ervaren (mannelijk = niet vrouwelijk en vrouwelijk = niet mannelijk). In dit geval bestaat er een geheel – ook te gebruiken als werkwoord: gehelen – waarbinnen de paradox “werkt”. Het enige nadeel is dat deel-deel paradoxen tot vastlopen leidt (of lijdt): herhaling van zetten, sleur… .
Heel-heel paradoxen kennen geen geheel waarbinnen ze kunnen worden verwerkt. De hele (!) multiculturele samenleving is een voorbeeld van heel-heel paradoxen, omdat de verschillende etnische groepen elkaar niet aanvullen (dit i.t.t. bijvoorbeeld rijk en arm). Deze paradoxen leiden tot escalaties. In het geval van de gastarbeiders is de oplossing van een deel-deel paradoxen (de “Nederlanders” wilden niet het laag betaald werk doen en de “Anderslanders” wel) verschoven naar een heel-heel paradox (de “Nederlanders” willen niet het werk met de “Anderslanders” doen en zij ook niet!).
Paradigma’s zijn “gehelen”, waarbij geen van de gehelen het geheel kan vullen. Alleen samen doen ze dat, ze sluiten op elkaar aan EN de sluiten elkaar uit. Uitsluiten hoort bij paradigma’s, het kan niet anders dan uitsluitend zijn. Er bestaat daarbij geen geheel van waaruit we beide op elkaar kunnen afstemmen.
In mij boek vertel ik het zo:
“Paradigma komt van het Griekse “παράδειγμα” (paradeigma), wat patroon betekent. In de afgelopen eeuwen stond het controleparadigma op de voorgrond. We benaderden onze wereld beheersmatig. Twij¬fel, onzekerheid, onduidelijkheid, ongemak werden uitgesloten, meestal door middel van een autoriteit, een leider, een bevrijder. Die wijze van werken heeft succes gehad. Maar ook de bijbehorende en doorlopende leiderschapscrises. Want met een beroep op een ander als leider maken we onszelf onmachtig. Wanneer een leider ons niet leert om onszelf te leiden, blijven we afhankelijk van leiding. Verder zal de gemiddelde leider geen andere autoriteit erkennen en kan er ook geen ander paradigma bestaan. Het is het één of het ander, u bent voor me of tegen me.
Echter, een nieuwe paradigma komt niet in de plaats van het oude, het vervangt het oude niet. Het andere paradigma staat op de achter-grond. Zoals ieder patroon een voor- en een achtergrond heeft, passen de twee paradigma’s bij elkaar. Ze sluiten elkaar uit en ze sluiten op elkaar aan. In het andere paradigma bestaan twijfel, zekerheid, onduidelijkheid en verwarring als een middel om te leren, om ons zelf te leren kennen. Het andere paradigma is er altijd geweest. We hoeven alleen onze positie te veranderen: u dient slechts de illusie van controle los te laten. Door met elkaar in twijfel te handelen, ontstaat vertrouwen en leren we te leiden als proces. Laat los en we staan in het andere paradigma. We kunnen handelen zonder te begrijpen en daardoor elkaar en ons zelf beter begrijpen. Dit boek bevat de paradoxale aanwijzing van de Pythia, het orakel van Delphi: “u zelve te kennen.” “
Meer over archetypen: archetypen
Meer over kaart van werkelijkheidsopvattingen: de kaart