Hmm, het is toch een lang verhaal geworden.
Het achterliggende probleem bij belastingheffing en vermogensongelijkheid heeft te maken met drie verschillende vormen van gebruik van eenheden. Geld – in de vorm van “euro” – gebruiken we als concreet ruilmiddel, abstracte rekeneenheid en zaken te waarderen. Hierbij verstrengelen praktijk zich met wetgeving en politiek tot een Gordiaanse knoop.
1. Geld is in eerste instantie een concreet ruilmiddel, in de vorm van munten en biljetten. Prijzen in euro’s. Of andere valuta. Deze zijn eenvoudig te belasten: inkomen en btw. Hier kan je ook je eigen (lokale) munten in gebruiken.
2. In tweede instantie gebruiken we euro’s, “geld”, in de boekhouding, om mee te rekenen. We kunnen er uitgaven mee toerekenen aan inkomsten, en daardoor via prijzen winst berekenen. Dit geld is fictief geld, waarvan we doen als-of het bestaat. Uitgevonden in Lombardije, net als de 0 en negatieve getallen. “Kostprijs” in euro.
Omdat we op verschillende manieren winsten kunnen berekenen, is het lastig belasting heffen over winst. Vandaar de wet: altijd op dezelfde manier berekenen! Geld is “wettig betaalmiddel” “legal tender“, vanwege de belastingen, die geen graan, koeien of diensten meer accepteert als betaling. Neemt niet weg, dat je kunt schuiven met potjes.
3. In derde instantie gebruiken we euro’s, “geld”, om waarde te vergelijken. We verwarren dan waarde – “wat de gek er voor geeft”, zei mijn vader altijd – met prijs. Hier maken we het onszelf nog lastiger, omdat we hulpbronnen en kapitaal kunnen bezitten. Dit leidde ertoe, dat personeelszaken “human resource management” werd, een term waar tegen ik me indertijd verzette.
Hierbij komt een tweede fictie aan het licht: dat we organisaties als bedrijven kunnen beschouwen, dat ze rechten hebben als-of het mensen zijn. In het Nederlands het grappige “naamloze vennootschap”. In het Engels, letterlijk “corporations”, belichaamd. Deze hebben rechten en – handig – beperkte aansprakelijkheid. Ik mag nog geen peukje weggooien in de natuur, maar een bedrijf mag lozen.
Nu wordt belasten van vermogen – kapitaal – vrijwel onmogelijk, omdat we menen, dat bezit voortkomt uit arbeid, je verdiende loon. Ik gebruik het woord arbeid, en niet het woord werk. Vandaar het argument, dat er al belasting – realiteit – betaald is over je kapitaal – fictie. En dat “bezit” en het gebruik ervan, door wetten beschermd worden – artikel 461 Wetboek van Strafrecht. Nu wordt “geld” kapitaal en onderdeel van het politieke proces van wetgeving. Vandaar dat we vermogen ook gebruiken voor wat je vermag.
Geld heeft verwantschap met geldingsdrang. Iedereen wil zich laten gelden. De psychologische kwestie betreft het Principe van Thomas en Thomas:
“Wanneer mensen situaties als reëel definiëren, zijn ze reëel wat betreft hun gevolgen.” Omdat de gevolgen reëel zijn, en we denken dat er zoiets bestaat als causaliteit (spoiler alert: fictie), “is” de situatie ook reëel. We negeren dat we de situatie tot realiteit maken.
Onze situaties gaat meer over het kaderen van een situatie – “framing” – en minder over het kaderen van kaders – zoals deze bijdrage. “Construeren, presenteren en in stand houden van interactieframes (dat wil zeggen sociale context en verwachtingen) en identiteiten (zelfidentiteiten of groepsidentiteiten) zijn fundamentele aspecten van sociale interacties op meerdere niveaus.” (vrij naar https://en.wikipedia.org/wiki/Thomas_theorem).
De bronnen van de machtsstrijd waar we getuige van zijn, gaan over politici, die rechters benoemen, die een volk besturen, en die geautoriseerd zijn door de macht van dat volk (En niet, zoals vroeger, door God. Al worden er nog steeds achtergrondgevechten gevoerd in de naam van God – toto pro pars). Al deze begrippen gebruiken we als-of ze echt bestaan.
Systemen van denken, die we in de afgelopen eeuwen hebben uitgevonden, hebben gewerkt, werken nog steeds, maar we hebben de grenzen van hun bruikbaarheid bereikt. Omdat we in ons denken consistent willen blijven, negeren we de inconsistentie van ons gedrag. Elk consistent systeem is incompleet (Stelling van Gödel).
Er bestaan altijd situaties, waarin gelijkheid tot ongelijkheid leidt. Dat – in mijn mening – bepaalt verongelijktheid. Bij iedereen.
In de Natuurkunde hebben we paradigmaverschuiving uitgevonden. Relativiteitstheorie en Quantumtheorie leveren andere waarheden – frames – dan de framing – waarheden – van de Klassieke Mechanica en Astronomie. Een onvergelijkbare vergelijkbare verschuiving in onze manieren van denken, staat ons ook te wachten.
Drs J.C. (Jan) Lelie CPF | Master
Vergaderator,Facilitator mind@workSamen Beslist Beter Besluiten
web: mindatwork.nl
Koop mijn boek Faciliteren als Tweede Beroep
Welke positie heb je als facilitator? http://www.bodyofpractice.com
e: janlelie@mindatwork.nl
t: + 31 (0)70 3243475
m:+ 31 (0)65 4685114
s: janlelie
=====DISCLAIMER======
Dit e-mailbericht is vertrouwelijk bedoeld en uitsluitend bestemd voor de geadresseerde(n).