Niet wat je níét weet brengt je in problemen, maar wat je denkt zeker te weten. (toegeschreven aan Mark Twain)
De Titanic kon niet zinken, dus waren reddingsboten niet nodig. Professionele pokerspelers weten, dat je je geld niet verliest met slechte kaarten, maar op de hand waarvan je zeker weet dat je er niet mee kunt verliezen. Het idee van ‘dat je zeker weet dat je zal winnen’ zorgt ervoor dat andere signalen genegeerd worden.
Bij groepen krijg je bovendien te maken met fenomenen als groepsdwang, tunnelvisie of peer pressure. Wanneer de baas niet twijfelt en de anderen niet reageren, wie durft dan openlijk te twijfelen?
‘Twijfel is onaangenaam, zekerheid is absurd’, leerde ik van Voltaire. Ik gebruikte het voor de inleiding van mijn boek, Faciliteren als Tweede Beroep. Je eerste beroep, daarover heb je kennis en ervaring. Daarvan weet je het zeker. In je tweede beroep, gaat het om onzekerheid, twijfel.
De zekerheid in het team moet dus plaatsmaken voor twijfel. Dat kan door ‘afleiding’: verleg de aandacht naar andere zaken. Heel eenvoudig werkt het gebruik van beeldkaarten. Laat de deelnemers, eventueel “blind”, een kaart met een beeld kiezen. Wat zegt deze (toevallige) kaart over de zogenaamd zekere situatie? Zonder dat de deelnemers het beseffen, breng je een stukje onzekerheid in.
Overigens luisterde Romeinse generaals naar hun “waarzeggers”. Die keken naar een lever of overvliegende vogels. Op die manier voorkwamen ze, dat ze handelden op basis van ze “zeker weten over de vijand”.
Het paradoxale feit doet zich voor, dat een random element inbrengen in een zekere situatie de kansen vergroot dat het goed gaat. Gewoon maar wat doen.
Maak deelnemers alert, dan gaan ze over andere dingen anders na denken dan over hun ‘zekerheden’. Gebruik het absurde om met meer zekerheid te werk te gaan.