Het Peter Principe, geformuleerd door L.J. Peter, luidt: In a hierarchy every employee tends to rise to his level of incompetence. Dit is geen wetmatigheid, maar een vuistregel. De verklaring voor het stijgen is eenvoudig: succes (in een organisatie) leidt tot promotie, leidt tot meer succes, meer promotie … totdat een grens overschreden wordt. Dan volgt stagnatie. Omdat demotie een lastig proces is, blijft de betrokkene op dit niveau werken.
Een variant hierop is het Dilbert Principe: incompetente medewerkers krijgen banen waarin ze het minste schade kunnen toebrengen aan de organisatie: het management. Omdat de meeste managers niet met klanten in contact komen, zullen ze alleen de eigen medewerkers lastig vallen met allerlei vragen, opdrachten en met name vergaderingen (een hoe incompetenter , hoe vaker over klantgericht werken en communicatie). Daardoor blijven de klanten verschoond van interrupties in de dienstverlening.
Het Peter Principe is de enige redding voor organisaties. De wetmatigheden die leiden tot lagere kwaliteit, hogere kosten en overcapaciteit kunnen alleen gestopt worden door competente medewerkers die NIET gepromoveerd worden. Zie het 4C-model.
Nu deed zich in een gesprek laatst een interessant geval voor: een organisatie met een competente leidinggever. Het enig andere voorbeeld dat me te binnenschoot was Goldschmeding van Randstad. In dit geval was de betreffende directeur zowel technisch en inhoudelijk als relationeel zeer bekwaam. Je zou verwachten dat een dergelijke organisatie goed functioneert. En dat deed ze ook, tot dat bleek dat ook hier het Peter Principe werkt. Erg interessant.