Denken, denk ik dan, is een vorm van communiceren met iemand die altijd luistert. En ook nog een iemand die elke gedachte van jou geweldig vindt. Het is lastig om het met jezelf ons eens te zijn. Twijfel leidt tot stilstand – ik stond laatst met één been in een broek stil, vraagt Rian: waar denk je aan – en stilstaan kan gevaarlijk zijn. Je zal maar overvallen worden. Dus blijf liever alert. Juich je gedachte toe en ga verder.
Maar gedachten leiden ook tot narratieve misleiding. We willen onze gedachten maar al te graag geloven, niet twijfelen, gelijk krijgen. Daardoor hebben we de neiging veel te veel aan gedachten toe te geven, bijvoorbeeld dat we het zelf bedacht hebben. Dat het resultaat wat we bereikt hebben een gevolg is van onze gedachten, voornemens, visies, gebeden, ideeën of meningen. We horen de verhalen van anderen en denken niet te veel na: als het niet waar is, is het in ieder geval goed gevonden.
Eén van mijn tweaks is de onverantwoorde stelling: om de betekenis van gedachten te kennen gebruiken we de letterlijke en de figuurlijke door elkaar. Net als het woord symbool – de twee helften van dezelfde gebroken munt – bestaat de symbolische betekenis uit het samenvoegen van het letterlijke met het figuurlijke. Daarom kan je maar het beste goed naar je eigen verwoording luisteren om te begrijpen wat je bedoelt. Met name wanneer het lastig aanvoelt om iets te formuleren, wanneer er veel weerstand op zit, zit je wellicht dicht bij de kern van het probleem. Iets wat makkelijk lijkt, is ook gemakkelijk. Ons denken neemt het gemak ervan, volgt bij voorkeur de weg van de minste weerstand, de bekende paden, de herhaling, de plaat met de groef. Kritisch denken en formuleren vraagt een zekere vaardigheid om naar je eigen gedachten te luisteren.
Hoe wordt je je eigen kritische luisteraar? Luister naar de fluister fluisteraar.