In een conversatie met Guido vielen me de woorden “te doen gebruikelijk” op. Die woorden gebruik ik om het ontstaan van een boodschap in een gemeenschap te verklaren. We kunnen alleen iets begrijpen wanneer het “gebruikelijk” is. (Ik vermoed zelfs dat de ontwikkeling van taal en gebruik van gereedschap samenhangen, daar over later meer). Het gebruik van een onbekende term – ik hoorde gisteren mitigeren – leidt niet tot beter begrip. Een ongebruikelijk gebruik kan verrassen en tot onbegrip – spanning – of tot lachen – ontspanning – leiden. Wanneer we iets nieuws willen leren, is dat een “ongebruikelijke” boodschap.
Een gemeenschap – dat is ongeveer het idee – oefent druk uit op de boodschap van het individu om de gebruikelijke betekenis te gebruiken, terwijl het individu onder druk van de gemeenschap juist een ander gebruik wil aanbrengen. Deze paradoxale spanning resulteert in leren, waarbij betekenis ontstaat: met andere woorden, we kunnen elkaar niet (echt) begrijpen, maar wel elkaar steeds beter leren begrijpen.
Bij het faciliteren maak ik gebruik van deze druk. Door deelnemers aan een sessie hun ideeën te laten clusteren, ordenen, categoriseren ontstaat er vanuit de samenwerking, druk, druk, druk een gemeenschappelijke betekenis. Deelnemers ervaren betekenis en beginnen die te benoemen, met name (!) wanneer ze reflecteren over de naam van een cluster. Wanneer een cluster in de buurt van een probleem ligt, zullen de deelnemers moeite hebben om die naam te formuleren. Dit uit zich in “bekende verdachten“, namen als: communicatie, beleid, management, visie of zelfs “overige”. Tegen de druk van de groep in laat ik één of twee individuen, zich uitspreken. Ze komen met een ongebruikelijk begrip voor de cluster. Bijvoorbeeld, het woord “impact” vertaalt zich in: “over vijf jaar spreken ze nog over ons”. Daarna is er even die rust van de ontspanning.
In mijn “leer” – let op het gebruik van het woord leer – komt betekenis voort uit onbemerkte en onbenoemde processen (gevoelens en intuïtie) in het individu, die bemerkt en benoemd (zintuigen en denken) worden. Voor het benoemen hebben we een gemeenschap nodig die de gebruikelijk namen levert; voor een nieuwe leer hebben we de afwijkende betekenis nodig. Het laten bestaan van de creatieve spanning levert de energie voor de verandering. Zoiets.