Gisteren zat ik met Ine bij te praten en we kwamen op te praten over “de inhoud” versus “het proces”. Ik geef een voorbeeld. Al toen ik bij AT&T en Philips Telecommunicatie werkte, viel het me op dat veel mensen denken dat een groep of een team een visie nodig heeft. Dat is gebaseerd op de ervaring dat een succesvolle groep altijd een gemeenschappelijke visie heeft. Dat is waar, maar, zei ik toen al, dat kan je niet omkeren. Dat wil niet zeggen dat je, om succesvol te zijn, een visie moet ontwikkelen. De visie, denk ik nog steeds, is het resultaat van goed samenwerken, goed naar elkaar luisteren, elkaar begrijpen, samenwerken en uiteindelijk – aha! visie! – beschrijven wat geleidelijk aan gemeenschappelijk geworden is. Er ontstaat altijd visie, wanneer je met elkaar bezig bent. Je kan ook zeggen dat niet-succesvolle groepen en teams ook een visie hebben. Alleen hebben we daar geen belangstelling voor omdat ze niet succesvol zijn. Nassim Taleb beschrijft in “De Zwarte Zwaan” (2008, Uitgeverij Nieuwezijds) ditzelfde fenomeen: hij noemt het narratieve misleiding.
Narratieve misleiding is een gevolg van het idee dat er oorzaken zijn die een resultaat tot gevolg hebben. Het idee van causaliteit. Elk gevolg is het gevolg van oorzaken (= proces) en de conclusie kan dan al heel snel zijn dat wanneer we de oorzaken kunnen beheersen (“control“) we de gevolgen kunnen veroorzaken. We moeten er dan ook vanuit dat de begin situaties hetzelfde zijn. In de Natuurkunde noemen we dit “gecontroleerde condities”. We kunnen de condities gelijk houden en één of twee dingen variëren en dan kijken wat het resultaat is. Maar, denk ik dan, alle situaties zijn verschillend. Ook Andreas Wagner maakt in “Paradoxical Life” ondubbelzinnig duidelijk dat oorzaak en gevolg een onontwarbare kluwen vormen. Zelfs in de experimenten waarin je de begin condities opnieuw instelt, is de instelling van de experimentator verandert. Deze heeft immers geleerd van de eerdere experiment. Alleen al het feit dat je met een bepaalde verwachting, gebaseerd op een eerder ervaring, kan maken dat je de startcondities toch iets anders in stelt. Ik ben daar geweest, als experimenteel Natuurkundige, ik heb het gemerkt. We doen echter alsof alles onder controle is en herhalen het experiment alsof er niets gebeurd is. Narratief misleiden. Wetenschappelijk onderzoek kan daarvan een mooi voorbeeld zijn. Of een krantenartikel.
Ine en ik waren in het Gemeentemuseum van Den Haag, bij de dubbeltentoonstelling van Hans Bellmer (1902-1975) en Louise Bourgeois (1911 – 2010). Beide kunstenaars heten surrealistisch. En wat is dat anders dan narratieve misleiding. Het enige verschil is, dat wanneer beelden misleiden, bijvoorbeeld door man en vrouw te combineren, ze ongemakkelijk aanvoelen. We er – zoals aan het begin van de tentoonstelling staat – aanstoot aan kunnen nemen. De narratieve misleiding van kunstenaars is een proces. De narratieve misleiding van teksten is het verwarren van inhoud met proces.
Gechargeerd – ik ben een drama queen zei ik laatst – zou je kunnen zeggen dat al onze gedachten gebaseerd zijn op narratieve misleiding. We misleiden ons zelf. Waarom? Ik vermoed omdat het moeilijk is om met onzekerheid, twijfel, dubbelzinnigheid om te gaan. Het idee van “beheersmatigheid” of “control” wordt ingegeven door de onzekerheid van leven. Ons leven staat aan gevaren bloot, onzekerheden, twijfels. Dat is een vervelende toestand. Daar willen we vanaf. We willen zekerheid, duidelijkheid. Het idee dat alleen twijfelen zekerheid biedt is absurd. Maar dat is precies wat er aan de hand is. Zekerheid in twijfel. De vraag van de aardstwijfelaar, Hamlet: lijden we onder het noodlot of leiden we ons eigen bestaan? En deze vraag, “to be or not to be?“, is een mooi voorbeeld van een zogenaamde “tertium non datur“. Het is niet het één of het ander; het is allebei, alleen niet tegelijkertijd.
Zo zit het ook met inhoud of proces: het is allebei, tegelijkertijd. Alleen wanneer we erover praten kunnen we niets doen en wanneer we iets doen, is het lastige er tegelijkertijd over te praten (“Hou je erbuiten, Cock”). En wanneer we er dan over praten, hebben we de neiging om te verzeilen in de narratieve misleiding en het resultaat (bijvoorbeeld de visie), voor het proces aan te zien (visie ontwikkelen). Het zelfde geldt voor veel van onze begrippen. Zoals “plannen”. “Plans are nothing“, zei Eisenhower, “planning is everything“. Of neem “communicatie”: het gaat helemaal niet om communicatie in de vorm van plannen, mededelingen, filmpjes of wat dan ook. Het gaat om het proces van communiceren.
Bij faciliteren gaat het om het proces. De inhoud, zeggen we dan, is van de deelnemers, het proces is van de facilitators. Faciliteren vraagt om procesvaardigheden: het kunnen verkeren in onzekerheid, dubbelzinnigheid, chaos en onduidelijkheid en erop vertrouwen dat de deelnemers, de groep, het team de inhoud ontwikkelt. Het resultaat als proces. Omdat we in de nadagen van het control-paradigma leven, hebben we moeite om te laten zien dat het niet om de inhoud gaat, maar om de inhoud en het proces. En dat bij twijfel het proces de voorkeur moet krijgen. Tot zover de inhoud.