Opwekken |
Brainstormen
– Schrijf- of kaartvraag Brainstormen is een algemene techniek
die we vaak kunnen toepassen. Hierbij een beschrijving, van de schrijf- of
kaartvraag. |
Induceren |
|||||||||
Doel Stimuleren
van ideeën voor oplossingen Resultaten Een groot
aantal ideeën Voorbeelden
gebruik o ‘Stille’ mensen ook aan ‘t woord o Grotere groepen o
Snel werken Opmerkingen Gebruik
liever kaartjes en buddies dan Post-It’s (te dun, krullen op, harde kleuren) Referenties De Vos, K., Brainstormen
(2006) Pearson Benelux ISBN 109043012130 Kwakman, F. en Postema A. Het Team als Probleemoplosser
|
Stap 1
(Algemeen) Neem de
regels van Brainstormen door. Stap 2 (eventuele) warming up “Warming
up”: doe korte oefening, waarbij deelnemers even actief zijn: liefst even
bewegen. Stel
deelnemers vraag voor brainstorm. Schrijf vraag op. Stap 3 Brainstorm Geef
deelnemers kaartjes, Post-It’s of hexagons. Geef deelnemers stiften (geen
rood) om mee te schrijven. Laat deelnemers ideeën op schrijven op kaartjes.
Schrijf leesbaar, één idee per kaartje. Stap 4.
Clusteren (Bij 20+
deelnemers: bepaal in groepjes van 2, 3 of 4 welke 2 tot 4 ideeën ‘doorgaan’.
Na afloop vragen of er nog originele ideeën zijn in groepjes.) Clusteren
van ideeën (gezamenlijk). Deelnemers ordenen kaartjes; doe eerste voor. Werk
hardop. Begeleider houdt afstand maar blijft betrokken en let op: niet te
grote clusters (tussen de 3 en 13
clusters), niets weggooien (of erger!), dat er wordt doorgewerkt, maakt
eventueel kopieën van kaartjes bij discussies. Bewaak de sfeer. Hoort
een idee bij twee clusters: schrijver bepaalt of kopieer idee op tweede
kaartje. |
Stap 5. Cluster benoemen Lees
ideeën per cluster op, vraag naar een naam die de lading dekt: ‘hoe noemen we
deze cluster?" Werk als
veilingmeester: herhaal laatste bod. Vermijd interpretaties, verklaringen of
meningen (‘leuk idee’). Vermijd suggesties van namen. Wacht af tot suggestie
uit groep komt. Hoe dichter bij kern van probleem, hoe lastiger groep
formuleert! Zijn er
twee namen: schrijf beide op. Verhang kaartjes bij discussie; Hoort idee bij
twee clusters: de schrijver bepaalt of kopieer idee op tweede kaartje. Eén idee
in een cluster: is clustertitel. Soms horen twee of meer clusters bij elkaar:
teken verbindingslijn om of tussen de clusters Schrijf
clusternaam op wit ovaal. Teken eventueel rand om cluster. Stap 6. Evaluatie
en conclusie Zie
evalueren. Voorbeeld: Verwachtingen |
Groepsgrootte 3 tot 300; optimaal is 12. Tijd 20 – 60 minuten Ruimte Ruime, sfeervolle ruimte Voorbereiding Denk goed over de vraag na: specifiek
en open Schrijf de vraag uit Schrijf de evaluatie uit Hulpmiddelen Bord, metaplan, met p[apier, kaartjes
(of Post-It’s), markerpennen, Blue Tack, stikkers |
||||||||