Induceren (opwekken) |
Werken associatiekaartjes Beelden
zeggen meer dan woorden; maar wat willen we eigenlijk zeggen en welke beelden
horen bij die woorden? Mensen denken in metaforen. Dit is een snelle manier
om metaforen boven tafel te krijgen. Kan ook gebruikt worden bij mensen die
tekenen moeilijk vinden. |
Induceren |
|||||||||
Doel ·
Vinden van een metafoor van de
situatie ·
(Leren) kennen van de situatie Resultaten Metaforen van deelnemers over
hun mening, ervaring/beleving Voorbeelden gebruik · Kennismaking · Inventarisatie
over een onderwerp · Oefening
vóór tekenen · Reflectie Opmerkingen Referenties McWhinney
(p 178) |
1. Stap 1 Uitleggen Leg de kaarten zichtbaar op een tafel 2. Stap 2 Ervaren en verbinden Vraag de deelnemers even het onderwerp
in gedachten te nemen en te ervaren. Kijk naar de kaarten en kies een
kaart waarvan het beeld past bij je ervaring. 3. Stap 3 Toelichten Deelnemers maken hun keuze. Laat
eventueel even een aantekening maken. Deelnemers krijgen om beurten de gelegenheid
hun kaart te laten zien en hun keuze toe te lichten. Wat zegt de kaart hen?
Wat spreekt aan? Welke associaties? Vragen om verduidelijking mag, oordelen
niet. Schrijf eventueel bij de kaart de
toelichting op een flip over. 4. Stap 4 Afronden Vraag groep wat ze opgevallen is, wat
ze gehoord/gezien hebben of Wat het ze zegt over deze groep of Welke associatie heb je bij kaartje
van je buurman? Neem kaartjes in. Bedank iedere de
deelnemer voor hun inbreng. |
Voorbeeld Variatie Verander
de metaforen: wat zegt het plaatje nog meer. Bij
ansichtkaarten: stel je stuurt de kaart op naar … . Wat zet je achter op de
kaart. Bij grote groepen: de kaartjes niet laten wegnemen, maar deelnemers het kaartje laten opschrijven. Eventueel ook eerst in kleine groepjes bespreken. |
Groepsgrootte 12 personen Tijd 15 – 30 min Ruimte Voorbereiding 5 min kaartjes neerleggen Hulpmiddelen Associatiekaarten (of voorwerpen, ansichtkaarten
etc. ) Tafel Flip over |
||||||||
Laatste versie: maandag 18 januari 2010