Un

My

Zi

So

 

Toewijzen

Waar sta je voor?

We denken zoveel, dat we bijna ons lichaam zouden vergeten. De zogenaamde ‘non-verbale’ communicatie werkt razend snel omdat het een vorm van analoog communiceren is: in tegenstelling tot de zinnen die één voor één uitgesproken worden, vertellen we met ons lichaam een geheel in één keer. Krachtige methode, dus behandelen met zorg.

Un

My

Zi

So

 

Toewijzen

Doel

Verhelderen van de (eigen) standpunten en het scheppen van ruimte om te bewegen.

 

Resultaten

Anders zijn mag, onthullen bevordert groepsvorming

 

Voorbeelden gebruik

·   Kennismaking

·   Informeel stemmen

·   Situatie verhelderen

·   Toekomstbeeld

 

Opmerkingen

Veel variaties op mogelijk; eenvoudige vorm van opstellingen

 

Referenties

McWhinney p. 170

 

1. Stap 1: maak de ruimte

Vertel de deelnemers welke ruimte ze tot hun beschikking hebben; dat kan gemarkeerd worden met tape. Zet de context (hier en nu, een richting, twee richtingen of laat de eerste deelnemers dat bepalen).

 

2. Stap 2: beweeg en ga staan

Vraag de deelnemers om één voor één of allemaal tegelijk door de ruimte bewegen en daar te gaan staan waar ze zich ‘thuis’ voelen. Bij één voor één: vraag steeds even toe te lichten wat de positie voor de persoon inhoudt. De mensen die zich eerder hebben opgesteld mogen zich herpositioneren.  

Variaties:

Vraag om (ook) een voorwerp te zoeken

Vraag om (ook) een houding aan te nemen

Draai muziek, stop plotseling: waar sta je?

 

3. Stap 3: bespreek

Begeleid een gesprek over het beeld, de situatie, de opstelling. Beweeg van individueel naar gemeenschappelijk. Vermijd analyse of commentaren. Maak een beschrijving.

 

4. Stap 4: Verdieping of toekomst

Welke veranderingen stel je voor? Voer ze uit en bespreek effect.

Voorbeeld: kennismaken

Vertel de context (in dit geval kennismaken met elkaar). Zoek een positie in de ruimte die je aanspreekt bij die context. Wanneer deelnemers staan: vorm tweetallen van mensen die dicht bij elkaar staan (of juiste extremen). Wissel uit wat de aantrekkingskracht is, van de plaats, van de ander; waar hebben jullie overeenkomsten en waar zijn jullie juist elkaars tegenpolen. Kort plenair bespreken.

Variaties: ‘Waar staat niets voor je?’ of: ‘Dit is de ruimte van de workshop en hier is de ingang; waar stel je je op in de ruimte?’

 

Groepsgrootte

8 – 15

 

Tijd

30 minuten

 

Ruimte

Lege ruimte

 

Voorbereiding

Markeer een ruimte of maak een pijl

 

Hulpmiddelen

Ruimte met  interessante attributen

Tape